Jaap Min werd op 16 September 1914 geboren in Bergen (NH). Hier woonde en werkte hij zijn hele leven, met uitzondering van zijn studiejaren aan de Rijksacademie Amsterdam. Hij kreeg lessen bij prof. J. Jurres (tekenen), prof. W.H. van den Berg (schilderen) en Heinrich Campendonck (monumentale technieken).
Voor een aanzienlijk aantal kerken, scholen en openbare gebouwen zal hij later fresco’s, glas-in -loodramen en kruiswegstaties maken. Al in 1948 exposeert hij op de Biënnale van Venetië; de Jan van Eyckacademie nodigt hem in 1955 uit voor een hoogleraarschap, een taak hij 6 jaar vervult. Belangrijke eenmanstentoonstellingen volgen; het Aartsbisschoppelijk Museum in Utrecht in 1964, galerie Nouvelles Images in Den Haag in 1966, kasteel Radboud in Medemblik in 1970; in 1985 wordt een tentoonstelling in drievoud gehouden in Bergen en Warmenhuizen.
Zijn diepe betrokkenheid bij de mensen om hem heen komt in veel gestalten en portretten tot uiting. Maar Min was geen man voor de publiciteit. Het liefst werkte hij in de beslotenheid van zijn atelier of in de stilte van het landschap. Zijn vrije werk komt voort uit het Bergense expressionisme, maar ontwikkelde zich in een sterk persoonlijke richting.