Jaap Min wordt op 16 september 1914 geboren te Bergen (NH), aan de Natteweg 3, als de jongste zoon van een gezin van 11 kinderen. Zijn vader Martinus – uit een Bergens geslacht van helmplanters – was timmerman. De kinderen maakten van het huis een cultureel centrum voor de hele buurt, met muziek, poppenkast, theater en tentoonstellingen. Zijn moeder, Anna Margaretha Revers, liet dit lankmoedig uit de hand lopen. Zij overlijdt in 1930. Jaap Min is dan 15 jaar. Als 13-jarige gaat hij in de leer bij huisschilder Jaap Leijen en volgt avondlessen aan de Ambachtsschool in Alkmaar. Leijen brengt hem in contact met de kunstschilder Matthieu Wiegman, die hem aanmoedigt te gaan schilderen. Met zijn vriend Mart Hopman bezoekt hij tentoonstellingen in Amsterdam, Antwerpen en Brussel.
In 1938 wordt Jaap Min toegelaten op de Rijksacademie van beeldende kunsten in Amsterdam. De Bergenaren Jaap Leijen, Mart Hopman en het echtpaar Rein Valkhoff en Anke Servaes ondersteunen hem en verstrekken hem weekgeld.
In 1939 reist Jaap Min naar Italië met het schrijversechtpaar Valkhoff. Zij bezoeken Padua, Venetië en Verona. Min ontdekt daar onder meer de fresco-technieken. Zijn voorliefde voor het monumentale wordt daar gewekt. De reis wordt overhaast afgebroken vanwege de naderende oorlog.